Trouble Shooting
Voor vragen kunt u onderstaande informatie raadplegen.
Problemen tijdens implantatie
In geval van onoplosbare problemen
Bel Hilco Bremmer van LivaNova: 06 – 8271 3794.
Communicatieproblemen tussen de programmeerkop en de pulsgenerator.
Meestal hebben communicatieproblemen te maken met de omgeving of met de programmeerkop. Slechts zelden houden ze verband met de pulsgenerator (door buiten het steriele veld de patiëntengegevens te programmeren kan je dit al uitsluiten).
Wanneer de melding verschijnt dat er een ‘communication error’ is, controleer dan in ieder geval of:
- de programmeerkop goed contact maakt met de pulsgenerator;
- de batterijen in de programmeerkop nog goed zijn;
- de kabel tussen de programmeerkop en de handheld programmer goed aangesloten en in orde is;
- de stekker die de handheld oplaad uit het stopcontact is;
- er geen interferentie in de buurt is van bv. röntgenapparaten ed.
Controle batterijen
Het controleren van de batterijen in de programmeerkop kan door kort en gelijktijdig de twee rode RESET-knoppen in te drukken. Als het goed is gaat dan het groene lampje POWER branden en blijft deze nog 25 seconden branden. Als dat niet het geval is, moeten de batterijen (9V) vervangen worden door nieuwe batterijen.
Wanneer een pulsgenerator volledig leeg is (end of service: EOS), is er geen communicatie tussen de pulsgenerator en programmeerkop meer mogelijk.
Hoge weerstand (lead impedance = high) en/of lage weerstand (lead impedance = low)
Een hoge systeemweerstand (melding ‘lead impedance = high’ ) in de OK kan worden veroorzaakt door de volgende situaties:
- incorrecte plaatsing van de elektrode op de nervus vagus;
- niet helemaal schone nervus vagus;
- materiaal met een hoge weerstand tussen elektrodecontact en de zenuw;
- incorrecte aansluiting van de elektrode op de pulsgenerator (connector-pin niet ver genoeg in pulsgenerator, of schroef niet goed genoeg vastgedraaid);
- een defecte pulsgenerator (te testen m.b.v. de testweerstand uit de verpakking);
- een defecte elektrode.
Technische problemen tijdens implantatie en instellen
Wat te doen bij meten van hoge weerstand > 7000:
- NVS uitzetten
- Anteroposteriore(AP)- en laterale X foto van thorax en nek laten maken. (Röntgenfoto’s mailen naar clinicaltechnicalservices@livanova.com).
- Contact LivaNova. Foto’s naar Clinical Technical Support om te beoordelen of de leadpin goed is ingebracht en of er potentiele leadbreuken zijn (cservises@livanova.com )
- Overleg neurochirurg.
Technische problemen tijdens implantatie en instellen
Onderstaande informatie (English) is geëxtraheerd uit interne Livanova handleidingen.
Clinical Technical Support (CTS)
+ 32 2 720 95 93 (Europe)
europeclintechservices@livanova.com
Bijwerkingen NVS
De ongewenste voorvallen die tijdens de klinische onderzoeken als statistisch significant zijn gemeld, zijn in alfabetische volgorde hieronder vermeld:
Meest voorkomend:
- Dyspneu (problemen met ademhalen, kortademigheid)
- Paresthesie (prikkelende huid)
- Stemverandering (heesheid)
- Vaker hoesten
Verder worden onderstaande bijwerkingen wel eens gemeld:
- Ataxie (verlies van de mogelijkheid om spierbewegingen te coördineren)
- Apneu
- Braken
- Dyspepsie (indigestie)
- Faryngitis (ontsteking van de farynx, keel)
- Hypesthesie (verminderde gevoeligheid)
- Infectie
- Insomnie (slapeloosheid)
- Laryngisme (spasmen van de keel, larynx)
- Misselijkheid
- Pijn
Andere mogelijke ongewenste voorvallen in verband met:
De voorvallen met * komen in beide groepen voor
Chirurgie
- Aspiratie (vloeistof in de longen) *
- Bloedstolsels
- Gezichtsverlamming, parese
- Koorts met lage temperatuur
- Maagpijn *
- Migratie of uitstoting van de generator en/of geleider
- Nekpijn *
- Ongebruikelijke littekenvorming op de incisieplaats
- Paralyse van linkerstemband
- Pijn op de plaats van incisie *
- Reactie op lichaamsvreemd implantaat, waaronder de mogelijkheid tot tumorvorming
- Schade aan zenuwen of bloedvaten in het operatiegebied, waaronder de carotis en de v. jugularis
- Verlamming van de nervus vagus
- Verlamming van linker hemidiafragma
- Vorming van vezelachtig weefsel, vloeistofzakjes
- Zenuwletsel
Stimulatie:
- Duizeligheid *
- Dysfagie (moeilijkheden met slikken)
- Geïrriteerdheid
- Gewichtsverandering
- Hikken
- Irritatie van de larynx (geïrriteerde, pijnlijke keel) *
- Keelknijpen, gevoel van stikken
- Oorpijn
- Opvliegers in gezicht
- Pijnlijke of onregelmatige stimulatie
- Reactie van huid, weefsel *
- Recidiverend letsel van linker larynxzenuw
- Spierpijn *
- Tandpijn
- Tinnitus (oorsuizen)
- Urinaire retentie *
- Verergering van astma en bronchitis
- Wijzigingen in hartslag en -ritme
- Zweer in twaalfvingerige darm, maagzweer
Suggesties bij bijwerkingen
Algemeen
Bijwerkingen treden in de regel alleen op tijdens stimulatie en verdwijnen meestal in de loop van de tijd, door gewenning.
Heesheid, hoesten, keelknijpen en kortademigheid
Mochten bijwerkingen na verloop van tijd niet minder worden dan kunnen die mogelijk op de volgende manier worden verholpen:
- Verlagen van de frequentie van 25 naar 20 Hz (vooral effectief bij hinderlijke heesheid).
- Staat pulsbreedte al 250 microseconden (vooral effectief bij gevoel van keelknijpen en kortademigheid) evt tijdelijk naar 130 msec.
- Indien stap 1 of 2 geen verbetering geeft: frequentie naar 20 Hz én pulsbreedte naar 250 microseconden.
- Indien stap 1 t/m 3 geen verbetering geeft: frequentie naar 30 Hz, pulsbreedte naar 500 microseconden en output met 0.25 mA verlagen.
- Heesheid kan ook verminderen door instellen op rapid cycling met een hoge bedrijfscyclus (bijvoorbeeld 7 seconden aan, 1,8 minuten uit of nog korter) bij 250Hz en 30Hz (bij mensen die het niet verdragen of zich niet kunnen uiten naar 25-20 Hz).
Apneu
Bij vermoeden van centrale/obstructieve apneu: slaaponderzoek uitvoeren (één nacht NVS aan, één nacht NVS uit). Indien apneu wordt vastgesteld: frequentie en pulsbreedte verlagen naar resp. 20 Hz en 250 microseconden. Zonodig ook output verlagen. Ook afplakken van de stimulator met de magneet (gedurende de nacht) is een te overwegen mogelijkheid.
Melden van bijwerkingen / complicaties
Afgesproken is om onverwachte bijwerken, incidenten en calamiteiten te melden bij:
– de landelijke werkgroep
– de fabrikant van het NVS-apparaat
– het meldpunt bijwerkingen / complicaties implantaten voor zorgprofessionals en patiënten